donderdag 29 mei 2014

Vakatelier 9: Beeldend vermogen

Dit atelier hebben wij geleerd uit welke periodes het beeldend vermogen bestaat en hoe je deze kan onderscheiden.

Het beeldend vermogen bestaat uit 3 fases:

- Het krabbelstadium (tot de onderbouw): Dit zijn de allereerste pogingen van een kind om iets op papier te zetten. Het kind is meer bezig met het bewegen van het tekenmateriaal, dan iets concreets te weergeven. Het ziet er dan ook vaak uit als krabbelen/krassen. Het kind tekent ook nog niet vanuit de pols, maar vanuit de elleboog.

- Het schematische stadium/de gecodeerde werkelijkheid (onderbouw tot middenbouw): Het kind ontwikkelt symbolen voor het weergeven van dingen die in zijn omgeving voorkomen. Zoals bijvoorbeeld dat een zon rond en geel is met streepjes eromheen. Een mens is een hoofd met benen (een koppoter). Er is sprake van doorzichtigheid. Je kan bijvoorbeeld door een muur of door een autodeur heen kijken. Naarmate het kind ouder wordt worden de tekeningen wel steeds verhalender en complexer. Er worden steeds meer dingen afgebeeld en het kind gaat niet meer alles tekenen, maar werken met afsnijdingen.

- Het realistische stadium/de zichtbare werkelijkheid ( vanaf eind middenbouw/begin bovenbouw): Het kind gaat realistischer tekenen, de verhoudingen van het lichaam kloppen steeds beter, er wordt gewerkt met realistisch kleurgebruik (de boom is niet allemaal maar groen). De tekening wordt ruimtelijker door het verplaatsen van de grondlijn en er wordt diepte gecreëerd.


Tijdens de les gingen we begrippen bij de meegebrachte tekeningen neerleggen, hier het resultaat:


                                                                       Krabbelfase:




 
Gecodeerde werkelijkheid:
 



 
Zichtbare werkelijkheid:
 
 
Daarna gingen we in tweetallen elkaar natekenen. Dat was best nog wel moeilijk. Vooral met de lichaamsverhoudingen had ik nog wel moeite. Tenslotte hebben we nog geleerd hoe we een mens met de juiste verhoudingen moeten tekenen. Een handig hulpmiddel hierbij is namelijk een A4 verdelen in 8 gelijke vlakken.
 
 
 
 

Vakatelier 8: Beeldend probleem

Tijdens dit atelier hebben we geleerd wat een beeldend probleem is. Een beeldend probleem bestaat altijd uit 2 doelen:
- Technisch doel
- Beeldend doel

Beeldende problemen moeten aanzetten tot denken. Een leerling ''onderzoekt'' als ware hoe hij het beeldend probleem visueel kan oplossen. Een goede beeldende vorming opdracht bevat dan ook altijd een beeldend probleem, hier leren de leerlingen van.

Wegingen zelf ook aan de slag. We kregen verschillende tekenopdrachten die wij gingen uitvoeren met houtskool.

Opdracht 1: Klassiek en ambachtelijk.  De beeldaspecten lijn en perspectief staan centraal. Het gaat om geometrische vormen, zoals de kubus.  Deze opdracht bevat geen beeldend probleem, maar leerlingen leren hierbij wel om ruimtelijk te denken.

 
Opdracht 2: Teken een onzekere kubus is een modernistische opdracht. De opdracht is experimenteel en niet ambachtelijk. Beeldaspecten lijn en lijnvoering staan centraal. De opdracht bevat een beeldend probleem: er zijn namelijk meerdere oplossingen mogelijk.
 

 
Opdracht 3:Teken een agressieve kubus (modernistische opdracht). De opdracht is experimenteel.
 Beeldaspecten lijn en lijnvoering staan centraal. Ook deze opdracht bevat een beeldend probleem,
omdat er meerdere oplossingen/manieren mogelijk zijn om agressiviteit uit te beelden.
 
 
 
 
Opdracht 4: Teken een kubus die entertaint is een post-modernistische opdracht. Bij deze opdracht moet je ontwerpen. Lijn en vorm zijn de belangrijkste beeldaspecten.
 
 
 
Daarna gingen we in groepjes filmpjes maken met een beeldend probleem. Wendy, Roan, Noël, Yasmae en ik gingen een filmpje maken over clowns die onmogelijke capriolen uithalen. Die onmogelijke capriolen zijn dus het beeldend probleem, er zijn meerdere oplossingen mogelijk. De animatiefilmpjes hebben we gemaakt door middel van geometrische schuimrubberstukjes. De onmogelijke capriool die wij bedacht hadden is dat de clown ballen kan hooghouden met zijn voeten, maar dat loopt niet helemaal goed af...
 

 
 

Vakatelier 6: Beeldaspecten

Dit vakatelier ging over beeldaspecten. Een beeldaspect is een onderdeel waaruit een beeldend kunstwerk, zoals bijvoorbeeld een schilderij, is opgebouwd. Beeldaspecten kunnen bewust ingezet worden om bijvoorbeeld het beeld te versterken. Zoals bijvoorbeeld kleur, soms maakt een schilder bewust gebruik van een licht-donker contrast.

Er zijn verschillende categorieën beeldaspecten:
- Licht
- Ruimte
- Lijn
- Vorm
- Kleur
- Compositie
- Textuur

Tijdens de les kreeg iedereen een afbeelding uit een animatiefilm. Zelf moesten we erachter komen welk beeldaspect specifiek werd uitgebeeld op die afbeelding. Dat was best even lastig, maar na een tijdje lukte het ons toch om de afbeeldingen met de juiste beeldaspecten te koppelen.

 
 


Vervolgens kregen we de opdracht om een afbeelding van een dier uit te kiezen en deze op de tablet te vereenvoudigen, zodat alleen nog maar de essentie van het dier zou overblijven. Ik had gekozen voor een afbeelding van een fries paard. Stapsgewijs heb ik de afbeelding steeds vereenvoudigd.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Het Friese paard straalt kracht uit. Ik heb de afbeelding zo vereenvoudigd dat de essentie nog steeds duidelijk zichtbaar is; een krachtig dier.



Vakatelier 5: Beeldcultuur 2

 
De vorige les hadden Noël en ik het schilderij ''Het melkmeisje'' van Johannes Vermeer uitgekozen om te gaan moderniseren naar een schilderij uit het post-modernisme. Johannes Vermeer heeft dit schilderij geschilderd in ca. 1658. Eigenlijk klopt de benaming ''Het melkmeisje'' niet want dit is niet een meisje dat melk aan huis bracht, het afgebeelde meisje is een dienstmeid. Op het schilderij is te zien dat zij heel geconcentreerd de melk giet.

We hadden heel veel attributen meegenomen om de foto zoveel mogelijk op het ware schilderij te laten lijken. Zoals bijvoorbeeld: een hoofdkapje, brood, melkkan, tafelkleed en de rok.  Er moest 1 beeldaspect veranderd worden zodat het schilderij zou passen in het post-modernisme.

Noël en ik hadden gekozen voor het veranderen van de houding van het melkmeisje; op het originele schilderij straalt het melkmeisje namelijk matigheid uit. Op het post-moderne schilderij staat het melkmeisje heel uitbundig. Ook heeft Noël  hier niet alleen de melkkan, maar ook een wijnglas in haar handen.

We vonden het een hele leuke opdracht om te doen. Het was eerst wel even puzzelen met de opstelling van de attributen en het licht, maar we vinden het eind resultaat erg leuk geworden.