Dit vakatelier hebben we het over de 5 ontwikkelingsfasen uit de theorie van Parsons gehad. Die fasen zijn:
Fase 1: Favoritisme
Fase 2: Ambachtelijkheid
Fase 3: Expressiviteit
Fase 4: Formalisme
Fase 5: Open mind
Wij het hebben het tijdens de les vooral de eerste 3 fasen behandeld. Ook hebben we zelf een beeld beschouwd namelijk het schilderij: In de wereld kwam er een ziel genaamd Ida (1929-1930). De vragen die wij moesten beantwoorden waren:
Wat is je eerste indruk van het schilderij?
Wat kan je vertellen over de voorstelling?
Kan je jezelf inleven?
Hoe sluit de vormgeving aan op het thema?
Kan je het plaatsen in een bredere context?
Hoe zie je jezelf in de maatschappij?
Dit zijn best verschillende vragen, er zijn dan ook 5 typevragen om een beeld te beschouwen:
1. Startvraag:
Herken je het? Wat weet je er al van?
2. Onderzoeksvraag: Wie, wat en waar speelt het zich af?
3. Analyse vraag: Waar gaat het over?
4. Speculatieve vraag: Wat als...?
5. Oordelende vragen, oftewel vragen die leiden tot een oordeel.
Vervolgens hebben Noël, Wendy en ik nogmaals een beeld beschouwd. Ditmaal de filmposter van Rio.
Hier de vragen:
1. Startvragen:
- Herken je het ergens van? Ja, dit zijn figuren uit een disneyfilm.
- Wie zijn het? De vogels uit de film Rio
- Waar zijn ze van bekend? De disneyfilm Rio
2. Onderzoeksvragen:
- Wat zie je op het plaatje? Twee vogels die in een boom zitten, boven een rivier.
- Waar zitten de vogels? Op een tak van een boom hoog boven een lange rivier.
- Hoe zien de vogels eruit? Ze zijn beide blauw. De mannetjesvogel heeft een hoedje op zijn hoofd en een verrekijker bij zich. Hij leest een kaart. De andere vogel, het vrouwtje, lijkt geen aandacht te hebben voor de kaart maar kijkt omhoog.
- Wat hebben de vogels aan? Ze hebben niet echt kleren aan, maar gewoon hun eigen blauwe verenpak. Wel hebben ze spullen bij zich.
- Waar speelt het zich af? In de amazone, want dat staat op de kaart. Ook weet ik dat omdat ik tropisch regenwoud zie met heel veel bomen, een lange rivier en een berg in de verte.
- Wat hebben ze in hun vleugel? Een kaart met Amazone erop.
- Waar kijken ze over uit? (wat is op de achtergrond?) Een lange rivier, met veel bos/tropisch regenwoud eromheen. In de verte zie ik ook nog een berg.
3. Analysevragen:
- Wat zal er aan de hand zijn? Ik denk dat ze de weg kwijt zij en dat de mannetjesvogel daarom de kaart bekijkt.
- Wat zijn ze aan het doen? De mannetjesvogel leest de kaart, terwijl de vrouwtjesvogels zich zo sierlijk mogelijk maakt om de aandacht van het mannetje te trekken.
- Wat maakt de vogel opvallend? De vrouwtjesvogel is iets lichter van kleur, zich in een sierlijke houding en heeft hele grote ogen die een beetje omhoog kijken.
4. Speculatieve vragen:
- Wat als de vogels veel lager zouden staan? Dan hebben ze geen uitzicht over het gebied en dan is het lastig te vinden waar ze zich nou precies bevinden op de kaart.
- Waarom probeert de vrouwtjesvogel de aandacht van het mannetje te trekken? Omdat ze misschien wel verliefd op hem is.
5. Vragen die leiden tot een oordeel:
- Waarom zouden ze daar boven op staan? Dan hebben de vogels goed uitzicht en kunnen ze gemakkelijker zien waar ze zich op de kaart bevinden.
- Wat gaan ze met die kaart doen? Op de kaart zijn ze aan het zoeken waar ze zich nu bevinden en hoe ze zomenteen moeten vliegen.
- Waarom hebben ze de verrekijker in hun hand? Om de juiste weg te zoeken.
Het oordeel is: De vogels zijn op reis in de Amazone, maar ze zijn de weg kwijt. Daarom staan ze nu op een hoger gelegen punt en bekijkt het mannetje de kaart om de weg te zoeken. Het vrouwtje probeert de aandacht van het mannetje te trekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten